WORMER - Vandaag is het nationale anti-discriminatiedag. Daarom ging burgemeester Judith Michel in gesprek met Flore Witte. Flore woont sinds 3 jaar in Wormer en heeft een duidelijke visie op discriminatie en hoe hiermee om te gaan. “Blijf met elkaar in gesprek, kom voor elkaar op en wees nieuwsgierig naar elkaar”.
Wie is Flore?
Ik ben 40 jaar, woont sinds 3 jaar in Wormer en daarvoor in Amsterdam. Maar ik ben geboren in het Gooi, in een liefdevol en beschermend gezin. Eigenlijk was ik een echt hockeymeisje, haha…Ik ben opgeleid als jeugdhulpverlener en pedagoog en ik heb een uitgesproken passie voor intercultureel werken. Oftewel: het in contact zijn met mensen met een verschillende achtergrond.
Selfmade
Ons gezin viel op. Mijn vader was namelijk echt een selfmade man. Anders dan de andere mensen in onze buurt, die allemaal hoge opleidingen hadden. Hij heeft van zijn hobby zijn werk gemaakt, en was directeur van EMI Music Publishing Benelux. Negen van de 10 CD’s die je nog in de kast hebt staan, werden door EMI uitgegeven. Wij waren dus een beetje anders, ook omdat de muziekindustrie geassocieerd werd met seks, drugs en rock & roll. Ik heb dat als kind wel gevoeld. Mensen keken even de kat uit de boom en gingen eerst aftasten hoe wij waren. Gelukkig kon mijn vader enorm goed verbinden en was hij heel sociaal, de verbinding kwam dus wel tot stand. Dat heb ik ook echt van hem geleerd.
Respect
Ik kwam als kind veel in contact met mensen uit andere culturen, omdat er vanuit de muziekindustrie allerlei verschillende mensen bij ons over de vloer kwamen. Wij hadden ook allerlei boeken thuis over verschillende geloven, dat vonden mijn ouders belangrijk. We gingen bijvoorbeeld ook op bezoek bij een synagoge om te zien hoe dat eruit zag. Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik van alles wat mee kreeg. Zij wilden mij meegeven dat het begint met respect voor elkaar, ongeacht iemands functie of achtergrond. Ook leerden ze mij dat het goed is om vragen te stellen.
Vooroordelen
Mijn ervaring is dat iedereen vooroordelen ontwikkelt. Dat gaat vanzelf, op basis van de ervaringen die je hebt. De uitdaging is om mensen blanco tegemoet treden. Hoe ik dat doe? Door kritisch naar mezelf te kijken. Ik heb het echt getraind bij mezelf. Als ik voel dat ik een oordeel over iemand heb, dan probeer ik mezelf terug te roepen. Geef ik iemand een eerlijke kans? Ik probeer op mijn eigen kleine schaal een bijdrage te leveren om discriminatie tegen te gaan. Dat kan door het gesprek aan te gaan zonder oordelen.
Gesprek bij de Vomar
In Wormer heb ik eens een keer racisme meegemaakt. Bij de Vomar stond een groep witte jongens en er kwam een donkere jongen, hun vriend, aangelopen. Zij begroetten hem met het N woord. Deze jongen lachte ongemakkelijk, maar zei er niets van. Ik dacht, wat moet ik doen? Ik ben er toch naar toegegaan en ben een gesprek aangegaan over ditjes en datjes, heb eerst contact gemaakt. Over Wormer en wat er te doen was voor jongeren. Toen heb ik gezegd dat ik van ze schrok door die opmerking. Ik probeerde het aan de orde te stellen, zonder een oordeel uit te spreken. Zij vroegen aan mij of ik hen racistisch vond. Mijn antwoord was nee, dat zeg ik niet, want misschien waren jullie je niet bewust van de impact van dit woord? Ook deelde ik een eigen ervaring over toen ikzelf eens een verkeerde afslag nam. Ik vroeg hen of ze dit anders zouden doen naar aanleiding van ons gesprek. Hun reactie was: uit stoerheid zouden we nu kunnen zeggen nee, maar het echte antwoord is ja. Ik werd daar heel blij van, want het laat zien dat het gesprek aangaan zonder oordelen belangrijk is.
Racisme op grote schaal
Op grotere schaal moeten we samenwerken aan meer bewustzijn. Er is gewoon zoveel racisme. Zo zijn er bijvoorbeeld op tv en in schoolboeken bijna geen positieve rolmodellen voor mensen met een donkere huid of bijvoorbeeld een maatje meer. Het is belangrijk dat mensen met een andere culturele achtergrond positief worden neergezet. Ik vind het heel erg jammer dat het gesprek hierover steeds moeilijk lijkt te worden. Zo durven scholen bijvoorbeeld niet meer actief mee te doen met paarse vrijdag. Dat is een dag die in het teken staat van solidariteit voor de LHBTIQ+ gemeenschap. Ouders zijn het er soms niet mee eens dat hier aandacht aan besteed wordt en dat is erg ingewikkeld.
Kleine beetjes helpen
Wat is er nodig om racisme en discriminatie te veranderen? Ik denk echt het gesprek aan durven gaan. Luisteren zonder je aangevallen voelen. Als je schiet in “ik kan niets meer zeggen” dan luister je niet meer. Het is goed dat mensen tegenwoordig meer hun grens aan durven te geven, maar het is vervolgens wel belangrijk om in verbinding te blijven. Dat betekent ook dat je ervan uit moet gaan dat de ander uit goede intenties handelt. Het is van twee kanten verzoenen.
Anti-discriminatiedag
Een dag als anti-discriminatiedag kan helpen, om stil te staan bij het onderwerp. De vraag is wel, wat doe je ermee. Mijn uitgangspunt is: doen is belangrijker dan roepen. Mensen moeten er gewoon een thema van maken: werkgevers, scholen, vereniging en overheden. En er heel bewust iets mee doen, zodat het onderwerp zichtbaarder wordt.
Wat wil je nog meegeven aan anderen?
Blijf met elkaar in gesprek. Ook als je iets vervelends meemaakt: zoek het gesprek en weet dat je niet bent wat anderen van je vinden. Kom voor elkaar op als iemand gediscrimineerd wordt. En schrik niet als iemand zijn grens aangeeft en je wordt aangesproken. Ook al is dat lastig om te horen, wees nieuwsgierig en probeer je te verdiepen in wat een ander ervaart en bedoelt. En wil je mee helpen om de wereld een stukje mooier te maken? Lees dan het antiracisme handboek van Chanel Matil Lodik.