Er wordt zorgvuldig gekeken welke maatregelen het meeste effect hebben zodat die op meer plaatsen kunnen worden uitgevoerd, ook in de rest van Nederland.
Bescherming van grasvlinders is nodig
Een belangrijk knelpunt voor soorten als de argusvlinder en de zwartsprietdikkopje is dat de cyclus van het graslandbeheer korter is dan de cyclus van de vlinder zelf. Oftewel: het lukt de vlinders niet om groot te worden. Ook het aanbod van voldoende nectar als voedsel voor de vlinders is een knelpunt. Mede op basis van gesprekken met boeren en beheerders zijn 2 gebieden uitgekozen om concrete maatregelen voor graslandvlinders uit te voeren en de effecten daarvan te volgen.
De Engewormer en Wieringen
Het project vindt plaats in de Engewormer en op Wieringen. De Engewormer is een kleine veenpolder vlakbij Zaanstad. Het voormalige eiland Wieringen ligt in de kop van Noord-Holland. Beide gebieden zijn zeer interessant voor graslandvlinders, onder andere vanwege het weidevogelbeheer dat al wordt uitgevoerd en vanwege de aanwezige landschapselementen zoals dijken en tuinwallen op Wieringen.
Beheren, monitoren en kennis uitwisselen
De pilot bestaat uit 3 onderdelen: uitvoeren van maatregelen, monitoring van de effecten en kennisuitwisseling. In beide gebieden wordt het grasland in verschillende fases beheerd. Vrijwilligers en experts voeren monitoring uit waarbij vlinders en bijen geteld worden op zowel percelen waar de natuurmaatregelen zijn genomen als referentiepercelen. Regelmatig is er onderling contact tussen boeren, beheerders, vrijwilligers en organisaties om van elkaar te leren.
Het project is een intensieve samenwerking tussen de provincie, de Vlinderstichting, Landschap Noord-Holland, Staatsbosbeheer, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Rijkswaterstaat, gemeente Hollands Kroon, Natuurcollectief Noord-Holland en Algemeen-Nederlands Verbond Hollands Noorden. Er zijn ook vrijwilligers bij betrokken voor de vlindermonitoring. De pilot loopt van 2022 tot 2027.