WORMER - Grutto’s, kieviten, tureluurs, scholeksters, graspiepers, veldleeuweriken en slobeenden komen elk voorjaar naar het Wormer- en Jisperveld om te broeden. Een flinke reis, om daarna in het veenweidegebied hun favoriete plekje op te zoeken. Natuurmonumenten en agrariërs maken het de weidevogels zo prettig mogelijk in het Wormer- en Jisperveld door speciaal op hun wensen gericht natuurbeheer.
Onderzoek laat goede resultaten zien
In 2022 is vogelonderzoek uitgevoerd in het Wormer- en Jisperveld via een gezamenlijke opdracht van de Provincie Noord-Holland, De Agrarische natuurvereniging Water Land en Dijken en Natuurmonumenten Wormer- en Jisperveld en is uitgevoerd door Sovon Vogelonderzoek Nederland, Bureau van der Goes en Groot en een vrijwilliger. Op veel plekken in Nederland was 2022 geen goed jaar voor weidevogels. In het Wormer- en Jisperveld ging het gelukkig redelijk goed. Vrijwel alle weidevogels lieten een toename zien. Spectaculair was de toename van gele kwikstaart, graspieper en krakeend. Ook kievit, slobeend en tureluur verdubbelden bijna in aantal.
Dat het in hier wat beter is gegaan dan in andere gebieden heeft meerdere oorzaken. In een groot deel van het gebied is het beheer echt gericht op weidevogels: met bijvoorbeeld een hoog waterniveau, rust en een aangepast beheer van maaien en beweiding, gericht op het ontwikkelen van grasland met veel variatie in structuur, bodemleven, bloemen en kruiden. Er zijn minder vossen gezien, waardoor de vogels zich veiliger voelen. En ook het droge voorjaar kan meespelen: misschien broedden vogels aanvankelijk elders en is het eerste legsel mislukt, en hebben ze later in het seizoen een fijne plek gevonden in het Wormer- en Jisperveld.
Ook moerasvogels Het Wormer en Jisperveld is ook van belang voor moerasvogels: rietzanger en roerdomp zijn Natura2000-doelsoorten. De rietzanger vertoonde een spectaculaire toename ten opzichte van de vorige integrale kartering van rietvogels (2016); het aantal is bijna verdrievoudigd. Ook de snor, waterhoen, rietgors en kleine karekiet lieten een sterke toename zien. Nieuw is de komst van de Cetti’s zanger, dit is een Zuid-Europese soort die zich steeds verder naar het noorden vestigt.
Marshmallows gevonden in het veld
Ook is in 2022 een onderzoek naar planten gedaan. Het voorkomen van planten vertelt hoe het gaat met de bodem en het water, en bloemen zijn voor insecten een voedselbron.
In de Schaalsmeerpolder komen nog steeds bijzondere planten voor die wijzen op het verleden met brak water: bijvoorbeeld echt lepelblad, zilte rus, zilte zegge, melkkruid, schorrenzoutgras, aardbeiklaver en zilte schijnspurrie. Ook heemst doet het goed in het Wormer- en Jisperveld. Heemst heet in het Engels ‘common marsh mallow’ en de bekende spekkies zijn naar deze plant vernoemd: het zetmeel met eiwitachtige stoffen dat wordt gevonden in de wortel, werd vroeger gebruikt voor het bereiden van marshmallows en spekken.
In de veenmosrietlanden gaat het matig: er zijn zeven soorten veenmos aangetroffen, wat vrij weinig is. De gewenste veenmossoorten zijn nog niet terug of slechts in geringe aantallen aanwezig, terwijl ze vroeger veelvuldig voorkwamen. Stikstofdepositie remt de ontwikkeling van veenmos.
Een ander probleem zijn de invasieve soorten: soorten die woekeren en andere planten geen ruimte geven. Zwarte appelbes en cranberry zijn fors toegenomen ondanks dat er ook veel verwijderd zijn. Beiden worden in verband gebracht met de verstoorde nutriëntenbalans (stikstof en stikstofdepostitie) en verdroging.
Er zijn ook een aantal weilanden waar nog verbetering nodig is om ze optimaal te maken voor weidevogels. Als de insectenpopulatie herstellen, dient die weer als voedsel voor de weidevogelpullen. Door aangepast beheer, bijvoorbeeld een extra vroege maaibeurt als er geen broedvogels zitten, zullen deze weilanden in een aantal jaar verbeteren.
Samen werken in onderzoek en beheer
In het vogelonderzoek werkten Provincie Noord-Holland, De Agrarische natuurvereniging Water Land en Dijken en Natuurmonumenten Wormer- en Jisperveld samen. De florakartering is in samenwerking met de Provincie Noord-Holland gedaan om te komen tot een goede habitattypekaart.
Voor het beheer van het gebied is samenwerken ook heel belangrijk: vrijwilligers, agrariërs en Natuurmonumenten werken aan dezelfde doelen, wat de vogels en planten ten goede komt.
Een bijzondere samenwerking is de bomenactie. Bomen zijn ongewenst in het weidevogelgebied en het veenmosrietland. In bomen gaan roofvogels broeden en dan voelen de weidevogels zich niet meer veilig. In het veenmosrietland wil je geen verbossing omdat de bijzondere planten dan verdwijnen. Boswachter natuurbeheer Stefan Muller van Natuurmonumenten: “Al meerdere keren ben ik met vrijwilligers op pad geweest om jonge boompjes uit te trekken. Deze zijn hier ongewenst en krijgen via MeerBomen.nu een nieuwe toekomst elders: mensen kunnen ze gratis ophalen van hun locaties. We gaan 17 maart als laatste keer dit voorjaar op pad om boompjes te trekken en kunnen nog wel wat extra handen gebruiken!” Aanmelden kan via de website van Natuurmonumenten.